Indonesië is al sinds de 16e eeuw een land van thee.
Op alle Indonesische eilanden wordt in het totaal 122.000 hectare grond gebruikt voor de verbouwing van thee. Dit is goed voor 136 miljoen kilo thee per jaar.
De belangrijkste plantages bevinden zich op de grootste eilanden van het land, namelijk Java en Sumatra. Vooral West-Java is een belangrijke plek voor het verbouwen van de theeplanten. Hier wordt namelijk 70 procent van de Indonesische thee geproduceerd. De rest van de thee wordt verbouwd op Centraal Java en Noord-Sumatra.
Vroeger werd op Java alleen zwarte thee verbouwd, maar doordat de vraag groeide zijn veel plantages overgegaan op andere methodes. Zo begon de productie van groene thee in 1988 en komen er de komende jaren nog veel meer soorten bij. Opvallend is dat de thee uit Indonesië, in tegenstelling tot de thee uit andere Aziatische landen, voor het grootste deel geëxporteerd wordt. De thee uit Indonesië wordt veelal gebruikt in melanges.